Het ontwerpmodel dat steun biedt aan het ontwerp is het GRIMM-model, het Gradual Release of Responsibility Instruction Model (SLO, z.d.). Hiervoor is gekozen, omdat het model bij complexe vaardigheden, zoals bijvoorbeeld bij begrijpend lezen, goed toegepast kan worden. Het GRIMM-model bestaat uit vier fasen, waarbij de verantwoordelijkheid voor het leren tijdens de les verplaatst van de leerkracht naar de leerling. De fasen bestaan uit de ik-fase, wij-fase, jullie-fase en jij-fase (Jong, 2020).

In de ik-fase introduceert en demonstreert de leerkracht de vaardigheid (SLO, z.d.). De leerkracht laat de leerlingen zien hoe de complexe denkprocessen werken. Bijvoorbeeld met het toepassen van de strategieën. Dit kan de leerkracht demonstreren middels hardop denken, oftewel modelen. Bij modelen doet de leerkracht hardop voor wat er zich afspeelt in het hoofd (Jansen-Vermeulen, 2018). In de wij-fase oefenen de leerlingen de vaardigheid met begeleiding van de leerkracht. In de jullie-fase passen de leerlingen de vaardigheid samen toe en in de jij-fase passen de leerlingen het zelfstandig toe (SLO, z.d.).

Het GRIMM-model heeft een plek gekregen in het ontwerp door de fasen toe te passen in de lessenserie. Elke les staat er één strategie centraal. Deze strategie wordt uitgelegd en gedemonstreerd door de leerkracht middels modelen. Hierbij gebruikt de leerkracht de tekst die in de les gebruikt wordt. Dit is de ik-fase uit het GRIMM-model. Daarna passen de leerlingen onder begeleiding van de leerkracht de strategie toe m.b.v. de tekst. Dit is de wij-fase uit het GRIMM-model. Vervolgens passen de leerlingen de strategieën samen en/of zelfstandig uit m.b.v. de tekst en de opdrachtkaarten. Dit zijn de jullie- en jij-fase uit het GRIMM-model. De verantwoordelijkheid voor het leren verplaatst zodoende van de leerkracht naar de leerling.